“Maar waarom zou de gemeente erbij moeten zitten? Daar heb je toch alleen maar last van?”, zegt de kunstenaar. De enthousiaste, deskundige en goed willende beleidsambtenaar zit er bij als door de bliksem getroffen. Ze wil toch echt de goede kant op. Ze heeft mandaat om dat ook praktisch te vertalen. Dat herkennen en waarderen haar gesprekspartners ook. We zitten op een zomers terras met een stel “stadmakers” (zoals pakhuis De Zwijger ze noemt) bij elkaar om te praten over samenwerking en uitwisseling, ook over de gemeentegrenzen heen. Bedachtzaam loopt ondertussen die ene rokende wethouder zijn rondjes over het plein. Ook het lokale collegeprogramma kent vele mooie volzinnen over een meer faciliterende overheid en ruimte voor initiatieven uit de samenleving.
Een paar dagen later eet ik met een bestuurder van een zorginstelling, een aannemer en een innovatiemanager van een waterschap. We vieren de ondertekening van contracten die leiden tot een prachtige innovatieve energievoorziening, waarmee het nieuwe zorggebouw energieneutraal wordt. “Ambtenaren zijn per definitie niet ondernemende mensen” is de nogal boude stelling aan tafel. “Ze zijn niet echt uit op efficiency en de democratische processen kosten zeeën van tijd.” De waterschapsman voelt zich aangesproken. Het besluitvormingstraject binnen zijn organisatie kost vier maanden. “Ik heb er naar gekeken en het kan niet korter. We moeten nu eenmaal van ons bestuur allerlei gremia langs. Ik snap wel dat dat spanning oplevert. Als het echt noodzakelijk is kan ik daar een enkele keer wel doorheen breken.”
Ondertussen spreek ik in diezelfde week nog een goede kennis, vergunningverlener en handhaver van beroep. “Probleem in ‘mijn wereld’ is”, zo zegt hij, “dat we zijn opgevoed om wet en regelgeving te handhaven en risico’s te elimineren. We hebben nooit geleerd om ons af te vragen hoe we dingen mogelijk kunnen maken. Hoe we met een initiatiefnemer in gesprek kunnen gaan om op zoek te gaan naar oplossingen.”
De beleidsambtenaar, de waterschapsman en de vergunningverlener/handhaver illustreren samen prachtig waarom de benodigde veranderingsprocessen bij de overheid zo lastig zijn. Maar ze duiden ook oplossingsrichtingen aan:
- Er is een grote afstand tussen de vaak hoog geschoolde, meer beleidsmatig ingestelde, voorhoede en de veelal defensief opererende uitvoerders van wet- en regelgeving. Geheel in lijn met Louis van Gaals strategie van het Nederlands elftal tegen Spanje is de middenline (lees: de maatschappelijke instellingen, waar medewerkers als oliemannetjes en -vrouwtjes proberen zaken aan elkaar te knopen) nogal eens buiten beeld. Dat gaat alleen goed als, om met Johan Cruijff te spreken, “de spits de eerste verdediger is en de keeper de eerste aanvaller”. Dan doe je het namelijk echt gezamenlijk.
- Het ingesleten karakter van onze democratische procesgang geeft veiligheid en zekerheid. Stap voor stap verder gaand proberen we te verzekeren dat iedereen voldoende betrokken is bij elke stap. Maar we vergeten vaak die allerbelangrijkste, eerste, verkennende, stap in het proces. In het begin van elk (wat omvangrijker) proces echt draagvlak creëren door open verbinding te zoeken tussen overheid, initiatiefnemers en burgers bespoedigt de voortgang later aanmerkelijk. En het maakt dat je ook als overheid / maatschappelijke instelling nog eens kritisch kunt kijken naar welke vervolgstappen echt nuttig zijn. Zo worden die stroperige democratische processen vanzelf efficiënter.
- Vanuit onze gerichtheid op control en verantwoording stellen we hoge eisen aan de uitvoerders van wet- en regelgeving. Klantoriëntatie definiëren we daarbij vooral in termen van vriendelijkheid in het klantcontact en navolgbaarheid van de procedures. Mijn ervaring is dat klanten heel goed begrijpen dat niet alles kan. Als we eerst helder maken wat de echte grenzen van de regels zijn, wordt het daarna veel gemakkelijker om mee te denken over de vraag hoe een initiatief wel mogelijk gemaakt kan worden.
Leuk spelletje toch dat voetbal. Misschien wel vooral omdat het zulke aardige metaforen oplevert voor ons handelen. De trainer die zijn strategie baseert op kennis van z’n omgeving, de mee voetballende keeper, de verdedigende Daley Blind die doorschuift naar het middenveld, de anticiperende aanvaller Robin van Persie. En het levert ook nog een prachtige resultaat op.
17 juni 2014