Van oude dingen en mensen die daar niet aan voorbij gaan

DSC00691Een van ’s lands meest in het oog springende bouwlocaties is de kop van het Amsterdamse Java-eiland. Ondanks het feit dat dit een droomplek is (ruimte, water, beleving én midden in de stad) komt het er maar niet van. En eigenlijk vind ik dat wel prima. Vorig weekend stonden er de tenten van het jaarlijkse Roots open air festival . We genieten van het optreden van Youssou N’Dour. Oud werk (7 seconds) en nieuwe nummers (Souvenir) van deze Senegalese cultuurverbinder wisselen elkaar af. Z’n band speelt weer ongelofelijk strak en creatief. Een danser doet voor hoe Arjen Robben wat meer Schwung aan zijn Schwalbes kan geven. De ondergaande zon en de grillige wolkenlucht zorgen voor een spectaculair uitzicht op het IJ.

Jaren geleden verhuisde het Bimhuis vanuit twee aan elkaar geknoopte grachtenpanden naar de huidige plek aan de Piet Hein kade. De eerste keer dat ik in dat nieuwe Bimhuis kwam speelde Joey Baron er, een Amerikaanse jazzdrummer die het oude pand goed kende. Hij kwam het nieuwe podium op, keek glimlachend rond, en zei: “Dit is het Bimhuis”. Architectenbureau 3xN was in staat gebleken het eigen karakter van het oude pand naar de nieuwbouw te vertalen. Een knappe prestatie.

Op weg naar het festival lopen we langs de strak in het gelid staande panden van de Piet Heinkade. En opeens staat daar dat vroegere kraakpand. Het is op een haast onbegrijpelijke manier vervlochten met de nieuwbouw. En staat daar eigenwijs lelijk te zijn. Pakhuis De Zwijger slaat nu vooral ideeën op over de zich vernieuwende samenleving.

Het zijn op één vierkante kilometer drie voorbeelden van hoe je met “oud en nieuw” om kunt gaan. Drie manieren van kijken naar wat er was en vervolgens met een actueel nieuwe invulling komen. En als dat goed gebeurt blijkt het opeens niet eens meer zo veel uit te maken of het gebouw oud is of nieuw, of zelfs dat het er niet staat. Creatief spelen met de plek. Met respect voor het verleden. Door er de goede dingen te doen is opeens zo’n winderige kop van het Java-eiland een heel prettige plek. En tegelijkertijd: als dat rare pakhuis niet was blijven staan was er weer een verrassende plek minder geweest. Als de architecten van het Bimhuis niet avond aan avond concerten hadden bezocht in het oude pand hadden ze de magie ervan niet begrepen. “Bezint eer gij begint” is nog niet zo´n gek gezegde. We maken nog al eens mee (zelfs in mijn eigen nieuwe Lelystad) dat er gesloopt wordt voordat er nieuwe plannen zijn. Je laat dan mogelijk grote kansen voorbij gaan. Maar gelukkig was er de crisis. En duurde het veel langer dan gedacht dat Coehoorn, gebiedje tussen Ben van Berkels nieuwe station en de Mandelabrug in Arnhem, aan snee kwam. De gemeenteraad besloot de panden vijf jaar beschikbaar te stellen aan de stedelijke creatievelingen. Een prachtig besluit. Zo wordt tijd genomen voor bezinning. Zo wordt ruimte gegeven voor een spontane, organische verandering van het gebied. Zo maken we mogelijk dat de bewoners en werkers weer eigenaar van de stad worden. Ik lees dat de woningmarkt voorzichtige tekenen van herstel vertoont. Zou de vastgoedwereld net zo’n slechte leerling zijn als de bankwereld? Ik houd m ’n hart vast.

10 juli 2014