Over collegevorming en bevlogenheid

DSC00190akDe kruitdampen van de gemeenteraadsverkiezingen zijn opgetrokken. De formatie is overal aan de gang. Nijmegen houdt een links college; in Almere wordt het “midden links”; in Utrecht doet de PvdA niet mee en in Amersfoort wel. Op veel plaatsen wordt een externe (in-)formateur aangetrokken die eerst gaat bepalen wie het met wie gaat doen en dan pas werkt aan een programma. De landelijke traditie van kabinetsformatie wordt steeds vaker klakkeloos door de gemeente overgenomen. Ook een vorm van decentralisatie. En dat terwijl de nieuwe raad, een nieuw college van B en W toch iets heeft van een nieuw begin. Methodisch is daar weinig van te bespeuren. Terwijl ik me afvroeg waar dat door komt en termen als vertrouwdheid, rust, zekerheid en snelheid door mijn hoofd schoten las ik Joke Hermsens nieuwe boek ”Kairos, een nieuwe bevlogenheid” (zie o.a. : http://tinyurl.com/n4xk5dr ). En ik vond een essay dat mij verder bracht. Aan de hand van de filosofie van Hannah Arendt beantwoordt Hermsen “de vraag waar een samenleving aan moet voldoen om een nieuw begin in de zin van een nieuw initiatief nemen of een nieuwe visie verwoorden mogelijk te maken” (p. 70). Drie factoren spelen daarbij een hoofdrol.

Erken de uniciteit van ieder mens en de pluraliteit van alle mensen onderling

De verkiezingscampagne is bij uitstek het moment waarop iedere partij zich profileert als anders dan de anderen. Direct daarna in een volledig andere modus te geraken, nl. die van samenwerking, is in ons politiek zo gefragmenteerde landschap niet eenvoudig. Een beetje externe steun in de vorm van een informateur zou daarbij kunnen helpen, maar die blijkt dan wel weer heel erg gefocust te zijn op hoe de verdeling tussen coalitie en oppositie er de komende vier jaar uit ziet. Zo ontstaat een tweedeling in de gemeenteraad, die, gelet op de over het algemeen lokaal redelijk beperkte meningsverschillen helemaal niet nodig is.  Het gaat veelal over een of twee echte dossiers. Opstellen van een globaal raadsprogramma, met respect voor elkaars anders zijn en vanuit het vertrouwen dat er meerwaarde schuilt in de gezamenlijkheid helpt beter. Is het niet een krachtig signaal als een gemeenteraad daartoe zelf in staat is? Zo ver zijn we nog niet.

Er moet een zeker evenwicht zijn tussen werk en vrije tijd

Gemeentepolitiek doe je er bij. De college-onderhandelingen vinden grotendeels ’s avonds en in het weekend plaats, want de deelnemers moeten daarnaast “gewoon werken”. Geen tijd dus voor rustmomenten om e.e.a. even te laten bezinken, of met anderen te klankborden. Laat staan frisse buitenstaanders er echt bij te betrekken. De oplossing? Onderhandelaars, neem twee weken vrij. Onderhandel ‘s ochtends, koppel ’s middags terug houdt de avond vrij om na te denken. Ik denk dat zoiets het proces verbetert en versnelt. Maar zo ver zijn we nog niet.

Er moet een zekere consensus bestaan over de zin en de noodzaak van verandering

De wereld is in transitie. Duurzaamheid, technologie en glokalisering zijn de termen daarvoor. Verhoudingen tussen overheid en burgers veranderen in hoog tempo. Het vertrouwen in het democratisch systeem is onverminderd groot, maar in degenen die het uitvoeren nog nooit zo klein geweest. Andere vormen van burgerbetrokkenheid, ook bij collegevorming zijn gewenst. Hier en daar zie je leuke voorbeelden, zoals de G1000 in Amersfoort of het Stadslab in Leiden. Maar over het algemeen is de formatie een klassieke achterkamertjesaangelegenheid met “transparante verantwoording”. Waar burgers de noodzaak tot verandering al langer zien (en deels ook zelf via initiatieven uitvoeren), zijn we in de politiek nog niet zo ver dat we daar ook echt vorm aan geven.

Mijn voorlopige conclusie (maar ik hoop dat ik ongelijk krijg): de collegevorming 2014 is geen “Kairosmoment”, zoals Joke Hermsen dat noemt.  De nieuwe gemeenteraden moeten aan de bak om “de nieuwe bevlogenheid” te organiseren en er zo voor te zorgen dat de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 niet nog lager wordt.

8 april 2014

  • Roelof Kuik

    beste Sjaak,
    Wat een rustige weloverwogen, maar tegelijk stevige woorden. Ik zou willen dat deze in een hele grote hoge zaal met alle gemeentebestuurders van NL wordt uitgesproken en dat de woorden nog ettelijke malen duidelijk nagalmen. Het valt ernstig te betreuren dat van A’dam tot Lutjebroek de dorpspolitiek hoogtij viert. En ja, dat van die opkomst is dan geen wonder, maar wel jammer.
    Groeten,
    Roelof.