“Iedereen is thuis”, van gemaakte naar geleefde stad

DSC_0831De buurt waarin ik woon bestaat dit jaar 40 jaar. Niets bijzonders, zult u zeggen, maar in de gemaakte stad Lelystad, waar de eerste bewoners pas in 1967 kwamen, vinden we het wel de moeite waard. De traditie wil dat we jaarlijks een buurtdag organiseren voor de 48 huishoudens die er wonen. We besloten die dit jaar naast “gewone” ingrediënten zoals de fietspuzzeltocht, spelletjes en het samen eten aan te vullen met drie extra activiteiten. We maakten gezamenlijk een in het oog springend kunstwerk, wat inmiddels de entree van het hofje markeert en veel nieuwsgierige blikken oproept. In het najaar planten we een aantal fruitbomen (want wat is een “Bongerd” zonder?).

En we brachten op twee manieren onze buurt in beeld. Het leverde mij weer de nodige stof tot nadenken op over sociale samenhang, fysieke omgeving en (buurt-)identiteit.

Geïnspireerd op de onvolprezen VPRO – serie “Nederland van boven” brachten de buurttieners onze actieradius in beeld. Zij beschikken, veel meer dan wij ouderen, over de daarvoor benodigde digitale vaardigheden. Ze toonden ons in hun filmpje waar we onze boodschappen doen, onze honden uitlaten, of en waar we werken, kerken, uitgaan etc. Dit alles losjes en met veel eigen (al dan niet geplande) humor aan elkaar gepraat. Ze hielden ons zo een prachtige spiegel voor.

En we schreven verhalen op over ons hofje. “Iedereen is thuis, een Bongerd van verhalen” werd een alleraardigst boekje met 23 zeer verschillende bijdragen van buurtbewoners en ex-bewoners. De pioniers komen er in aan het woord. Die verhalen van de bouwperikelen over Franse balkonnetjes, gezamenlijke inkoop van planten en struiken, de opgroeiende kinderen en de politieke veelkleurigheid. Er zijn anekdotes over een inbraakalarm, vissen, uilen die ons wakker houden en over een chaletje dat kippenhok werd. Gefantaseerd wordt over de toekomst: gaan we ooit elkaars mantelzorgers worden? En waar nieuwere generaties bewoners dachten origineel te zijn blijkt nu dat hun voorgangers al jaren eerder precies hetzelfde deden. De titel van het werkje is ontleend aan een heuse haiku over het bekende touwtje uit de brievenbus.

Door al die bijdragen heen lees je uiteindelijk vooral ook wat nu het eigene van dat destijds gemaakte buurtje blijkt te zijn. Daarin spelen heel verschillende dingen een rol. Een veel gedeelde haat-liefde verhouding bijvoorbeeld tot de meelbessen, een aangeplante boomsoort bedoeld om het openbaar gebied karakter te geven. Ze worden “gekoesterd en geveld” schrijft iemand. Het openbaar groen, dat subtiel maar onoverkomelijk steeds verder “geprivatiseerd” en collectief ingericht wordt. De veranderbaarheid van de woningen is zoiets: nog maar heel weinig van de 48 woningen zijn niet verbouwd. Het ontwerp leent zich verhoudingsgewijs gemakkelijk voor aanpassing. Het brede scala aan activiteiten (van klusser tot docent, van beleidsmens tot pensionado, van sporter tot vergadertijger), gecombineerd met het vermogen elkaar ruimte te geven, blijkt de samenhang in de buurt enorm te versterken. Mensen zijn verliefd op hun woning, wonen er al heel lang. Maar ook schrijft iemand (met een prachtige stijlfiguur): “wat een oerlelijk huis … een keuken gebouwd voor een familie reuzen … we wisten meteen: dit is het”. Een “hangplek” bij de entree van het buurtje, waar een paar bankjes, onze eigen “Bongerd Zwerfboekenbieb” en het kunstwerk staan heeft een heel eigen functie. We treffen elkaar er. De gaande en komende buurtbewoner passeren er. We vormden er een DSC_0790escorte na het overlijden van een buurvrouw. De buurtkinderen spreken er de laatste keer met hun vrienden uit het gezin dat na lange tijd de buurt gaat verlaten.

Natuurlijk: ik woon in een bijzondere buurt. Mensen die “zeker wisten dat we na een paar jaar polderen terug zouden verlangen naar de bossen” wonen er 40 jaar na dato nog steeds. Inmiddels groeit de derde generatie kinderen er op. Vooral oppassende opa’s en oma’s maken zich sterk voor het behoud van een speeltuintje. Maar dit wil vooral ook een voorbeeld zijn van het verhaal hoe die gemaakte stad zich kan ontwikkelen naar een geleefde stad. En hoe belangrijk eigenheid, identiteit daar in is. En hoe die alleen “te vangen” is in die mooie combinatie van fysieke en sociale factoren. Een mooie opgave voor de stad als geheel.

5 augustus 2015